Wat is het Vlaams fiscaal gunstregime voor familiale vennootschappen?
Het Vlaams fiscaal gunstregime voor familiale vennootschappen maakt het mogelijk om aandelen van de vennootschap tegen een verlaagd tarief te vererven (3% of 7% erfbelasting) of te schenken (0% schenkbelasting).
Deze maatregel is verbonden aan een aantal voorwaarden, waaronder de activiteitsvoorwaarde.
Wat is de activiteitsvoorwaarde?
De activiteitsvoorwaarde is tweeledig:
- Ten eerste moet de vennootschap een bepaalde handelsactiviteit tot voorwerp hebben.
(een nijverheids-, handels-, ambacht- of landbouwactiviteit, of een vrij beroep) - Ten tweede moet de vennootschap die activiteit ook in werkelijkheid uitoefenen.
Er moet sprake zijn van een zogenaamde ‘reële economische activiteit’.
Dit houdt in dat:- Of de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (62-rekening) min. 1,50% van de totale activa uitmaken.
- Of de terreinen en gebouwen (22- en 26-rekening) max. 50% van de totale activa uitmaken.
Met andere woorden: als de vennootschap weinig of geen personeel heeft en veel vastgoed (meer dan 50%) aanhoudt, wordt die als niet actief beschouwd.
Dit wettelijk vermoeden is weerlegbaar. Wanneer beide parameters zijn overschreden, kan het tegenbewijs alsnog worden geleverd om aan te tonen dat de vennootschap wel degelijk een economische activiteit uitoefent.
De activiteitsvoorwaarde en de aanwezigheid van vastgoed
Het oordeel van de Vlaamse Belastingdienst
Wat betreft het te leveren tegenbewijs neemt de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) een zeer strenge houding aan. Het tegenbewijs wordt namelijk niet aanvaard van zodra de vennootschap één onroerend goed bezit dat:
- Niet of slechts gedeeltelijk voor de economische activiteit wordt aangewend.
- Extern verhuurd wordt (hetzij aan privépersonen, hetzij aan beroepspersonen buiten de groep).
Wanneer de vennootschap hoofdzakelijk vastgoed verhuurt, was Vlabel van oordeel dat er enkel sprake kon zijn van een reële economische activiteit als het totale onroerend vermogen, bestaande uit bedrijfspanden, uitsluitend binnen de ondernemingsgroep wordt verhuurd (exclusieve intragroepsverhuur van bedrijfsgebouwen).
Vlabel wordt teruggefloten door rechtspraak
Intussen is Vlabel al meermaals teruggefloten door rechtspraak.
Eerst was er het intussen gekende beenhouwerijarrest. Dit ging om een vennootschap die privaat en professioneel vastgoed aanhield en verhuurde, maar daarnaast ook een hoeveslagerij uitbaatte. In dit dossier kwam het hof tot de conclusie dat privaat verhuurd vastgoed de toepassing van het fiscaal gunstregime niet in de weg staat.
In een meer recente uitspraak is intussen verduidelijkt dat ook de verhuur van bedrijfsvastgoed aan derden (dus buiten de vennootschapsgroep) niet noodzakelijk verhindert dat er sprake kan zijn van een reële economische activiteit.
Waarover ging de zaak?
De holdingvennootschap in kwestie is eigenaar van twee onroerende goederen die beroepsmatig worden verhuurd.
Het ene onroerend goed wordt verhuurd aan een dochtervennootschap, die het gebruikt als kantoor en garage. Het andere onroerend goed wordt verhuurd aan een derde, die het gebruikt als bedrijfsruimte voor de verkoop, het onderhoud en de reparatie van personenwagens en lichte bedrijfsauto’s. Beide panden worden gebruikt voor commerciële doeleinden en genereren structurele jaarlijkse inkomsten voor de holdingvennootschap (185.585 euro voor het jaar 2019).
Omdat de verhuur van het ene onroerend goed buiten de groep plaatsvond, besloot Vlabel dat het gunstregime niet rechtstreeks kon worden toegepast op basis van de verhuuractiviteiten van de holdingvennootschap en dus beperkt moest blijven tot de waarde van de actieve dochtervennootschap.
Uitspraak van het hof van beroep te Gent
Het hof bevestigt andermaal dat vastgoedactiviteiten op zichzelf genomen als een economische activiteit kunnen worden beschouwd, wanneer:
- Deze activiteiten het louter passief beheer van vastgoed (de eenvoudige verkrijging en het bezitten van onroerende goederen) overstijgen
- en op een duurzame wijze een maatschappelijke meerwaarde genereren.
Daarnaast bevestigt het hof van beroep dat Vlabel onterecht enkel intragroepsverhuur als economische activiteit aanvaardt en externe verhuur (verhuur aan derden) uitsluit.
Door externe verhuur uit te sluiten, voegt Vlabel volgens het hof ten onrechte een exclusiviteitsvoorwaarde toe aan de wet. Wel benadrukt het hof dat ook de externe verhuur het louter passief beheer moet overschrijden. Dat was in de voorliggende zaak het geval, aangezien de beide onroerende goederen beroepsmatig voor lange duur werden verhuurd.
Vlabel heeft zich intussen neergelegd bij het arrest.
Conclusie
De uitspraak van het hof van beroep te Gent is een gunstige ontwikkeling voor familiale vennootschappen die vastgoed verhuren. Het feit dat er ook onroerend goed wordt verhuurd aan derden, betekent niet dat het gunstregime niet meer van toepassing kan zijn.
Toch blijft enige voorzichtigheid en nuancering aangewezen. De zaak had betrekking op bedrijfsmatig verhuurd vastgoed, en niet op privématig gebruik. Het hof van beroep benadrukt uitdrukkelijk dat de onroerende goederen die zich in de vennootschap bevinden, geen privaat patrimonium betreffen.
Heb je vragen hierover? Contacteer ons, wij helpen je graag verder!