Nieuws  |  

1.08.2023

Onderneming in moeilijkheden? Tijd voor herstel

Heb je een vraag over dit artikel?
Contacteer ons hier!

Sinds de inwerkingtreding van het nieuw vennootschapsrecht is de waakzaamheid voor bestuurders in het kader van de alarmbelprocedure uitgebreid: de alarmbelprocedure geldt niet enkel meer in geval het bestuur een negatief netto-actief vaststelt, maar ook wanneer ze constateert dat de vennootschap onvoldoende liquide middelen zal hebben om gedurende de komende twaalf maand rond te komen.

In dergelijke situatie zijn er twee opties: een poging doen om de financiële situatie te herstellen via het nemen van een aantal maatregelen of de stekker eruit trekken.

 

Welke herstelmaatregelen?

Het spreekt voor zich dat er geen standaardlijst van herstelmaatregelen voor handen is: elke vennootschap is anders en elke situatie die een vennootschap in de alarmbelsituatie leidt, is uniek. De lijst van voor te stellen herstelmaatregelen is maatwerk voor het bestuur, rekening houdend met de mogelijkheden van de vennootschap, haar product/diensten, haar sector en markt…

Er zijn evenwel een aantal typevoorbeelden die in de praktijk zeker het overwegen waard zijn voor een vennootschap die geconfronteerd wordt met betalingsproblematiek:

  • Meest evident: het rendabeler maken van de vennootschap door na te gaan waar kosten kunnen bespaard worden en waar marges kunnen verhoogd worden; minder rendabele activiteiten schrappen of on hold zetten en focus op wat rendeert.

 

  • Herstructurering van de kredieten. Hierbij kan enerzijds een herschikking van de kredieten gebeuren via een langere looptijd maar anderzijds kan er ook gekeken worden naar bijkomende bancaire oplossingen. Via het afsluiten van werkkapitaalfinanciering (bv. factoring) kunnen op korte termijn vaak al liquide middelen worden vrijgemaakt.

 

  • Het aantrekken van externe partijen en/of investeerders in de vennootschap: extra financiële middelen in combinatie met een nieuwe visie/strategie van de vennootschap kan zorgen voor een nieuwe boost, een efficiënter aan-/verkoopbeleid, betere marketing…

 

Wat met de WCO als herstelmaatregel?

De beschermingsmaatregel van de wetgever, een WCO-procedure, kan als herstelmaatregel voorgesteld worden en kan een aanrader zijn om de vennootschap tijdelijk de nodige financiële ademruimte te bezorgen om haar doorstart vorm te geven. Er bestaan officieel drie soorten WCO-procedures: (i) regeling met een selectie (minstens 2) schuldeisers; (ii) regeling met alle schuldeisers; en (iii) een overdracht onder gerechtelijk gezag van (een deel van) de onderneming. Vermits de meest gekende (en benutte) procedure de WCO II is, heeft onderstaande voornamelijk hierop betrekking.

Er zijn een aantal zaken in overweging te nemen alvorens een WCO-procedure te weerhouden:

  • Een WCO(Wet op de Continuïteit van de Onderneming)-procedure is gericht op de doorstart van de onderneming: de vennootschap krijgt even de tijd om zich te heroriënteren en dit uit te werken in een herstelplan, dat een essentieel onderdeel uitmaakt van de procedure.

 

  • Een WCO-II procedure is een gerechtelijke en openbare procedure waarin alle schuldeisers van de vennootschap (overheid, bank, leveranciers…) worden betrokken. De aanvraag wordt gepubliceerd in het Belgisch staatsblad en alle schuldeisers worden hierbij persoonlijk aangeschreven. Zij krijgen ook volledige inzage in het herstelplan.

 

  • Een WCO-II procedure is een administratief intensieve procedure en vereist de nodige professionele bijstand van een advocaat (voor de procedure) en een accountant (voor het herstelplan). Houd rekening met dit extra prijskaartje voor je vennootschap.

 

  • Het is alom gekend dat het mogelijk is om in het herstelplan kwijtschelding te voorzien van interesten en boetes, en zelfs om in grote mate schuldvorderingen te herleiden naar soms 20% van het initiële bedrag. Wat minder gekend is, is het feit een herstelplan meer moet omvatten dan een herschikking van schulden: de vennootschap moet aantonen dat ze in staat is om haar lopende kosten te voldoen tijdens de periode van opschorting, maar ook erna, dan in combinatie met haar afbetalingsplan.

 

Dit impliceert dat naast de herschikking van de schulden, ook de cashflow en de rendabiliteit van de vennootschap grondig moet aangepakt worden; evt. door inbreng van extra middelen, herschikking van de kredieten (zie hiervoor), herziening van het aanbod, schrapping van verlieslatende producten/diensten, herschikking management en personeel…

  • Samenwerking en samenspraak met de schuldeisers is uitermate belangrijk; niet in het minst voor wat betreft de financiële schuldeisers van de vennootschap: banken zijn meestal de grootste schuldeiser(s) (in bedrag), zodat hun akkoord met het herstelplan essentieel is om het goedgekeurd te krijgen.

 

Houd er ook rekening mee dat banken, maar in het algemeen ook ander schuldeisers, het herstelplan ook kunnen beïnvloeden door hun akkoord afhankelijk te maken van bijkomende voorwaarden of zekerheden in het herstelplan.

 

Wat als er geen herstel meer mogelijk is?

Zoals bij aanvang aangehaald, kan in het kader van de alarmbelprocedure ook beslist worden om de vennootschap te ontbinden, of zelfs om de boeken neer te leggen.

Meer zelfs, het is een wettelijke verplichting voor het bestuur om het faillissement aan te vragen indien de vennootschap definitief niet meer in staat is om haar schulden te betalen en niet langer kan rekenen op krediet van haar schuldeisers (bv. via uitstel van betaling of afbetalingsmodaliteiten). Bestuurders die een failliete vennootschap ten onrechte in leven houden, kunnen aansprakelijk geteld worden voor het geheel of een deel van de schulden in het uiteindelijke faillissement.

In een beperkt aantal situaties kan, niettegenstaande het negatief netto-actief, ook nog geopteerd worden voor een (deficitaire) ontbinding en vereffening. Dit is mogelijk in de mate alle schuldeisers van de vennootschap vertrouwen hebben in de vereffenaar en de wijze waarop deze de regels van vereffening en verdeling toepast onder alle betrokkenen. Zodra dit vertrouwen beschaamd wordt of wegvalt, zal elke schuldeiser het faillissement (kunnen) aanvragen waardoor een onafhankelijk curator de vereffening overneemt.

 

Aarzel zeker niet ons hier te contacteren bij vragen.

Wens je een gesprek over de juiste aanpak voor jouw onderneming?  Maak dan hier een afspraak met onze pro experts!